Rond het Tangnikameer leven er vissers. Deze vissen worden op de lokale martk verhandeld.
Wil je voedsel, dan moet je aan landbouw doen. De arme mensen leven vooral van wat ze zelf verbouwen op het land. Wat er over is, kunnen ze verkopen op de markt. De mensen verbouwen vooral bonen, maniok en maïs.
Als vee worden er geiten gekweekt voor de mest, vlees en de huid. De huid wordt als vel voor de drums gebruikt. De kinderen hoeden de geiten. Er wordt ook geprobeerd om varkens te kweken.
Plantages kunnen een ganse heuvel groot zijn.
theeplantage
Van Sorgo wordt bier gebrouwen en gemalen tot meel. Van dit meel worden en soort dikke pap gemaakt. Dit is deel van hun basisvoedsel.
sorgo
Op de markt wordt verkocht wat je zelf over heeft. Je kan dus een marktkramer hebben met 10 eieren of 7 bananen. Je dingt best af op de prijs.
De winkels zijn kleine zelfstandigen, eerder wat rommelig en zonder vaste prijzen. Onderhandelen !
houtsnijwerk